Veranderingen mestregelgeving

Zoals ieder jaar zijn er weer veranderingen in mestregelgeving. Dit jaar is het rijtje veranderingen  wat langer en sommige veranderingen kunnen belangrijke consequenties hebben. De volgende zaken zijn goed om te weten:

  • Het verplicht percentage A meststoffen is per 1-1-2020 veranderd van 65% naar 70%;
  • Het is voortaan niet meer toegestaan om biologische mest af te voeren en hiervoor in de plaats gangbare mest aan te voeren;
  • Let op: strengere regelgeving rondom het opgeven PAL en Pw getal bij de gecombineerde opgave. RVO heeft aangegeven strenger te worden bij het vergeten van het opgeven van fosfaatgetallen. Indien het wordt vergeten kan men geen aanspraak meer maken op een hogere fosfaatnorm en zal men hooguit de boete matigen. Dit kan ernstige consequenties hebben omdat de boetes enorm zijn. Mijn inschatting is dat ongeveer 1 op de 5 telers vergeet aan te geven gebruik te willen maken van de fosfaatdifferentiatie of –reparatie. Fosfaatdifferentiatie en -reparatie zijn twee verschillende zaken die apart moeten worden aangevinkt en opgegeven bij de gecombineerde opgave. Bij fosfaatdifferentiatie kan men aangeven een hogere fosfaatruimte te willen hebben omdat de fosfaattoestand lager is dan Pw 55 of PAL 50. Bij Fosfaatreparatie geldt voor percelen met een fosfaattoestand lager dan Pw 25 of PAL 16 een fosfaatruimte van 120 kg/ ha. In beide gevallen moet de fosfaattoestand worden opgegeven.
  • Vanaf dit jaar gelden er nieuwe fosfaatnormen. Belangrijkste wijziging is dat percelen met toestand “hoog” minder ruimte krijgen. Percelen met toestand “Neutraal” of “laag” krijgen iets meer ruimte. Zie tabel;

  • Voor bouwland met toestand “hoog” kan een uitzonderingsregel aangevraagd worden: Indien op de desbetreffende percelen minstens 20 kg fosfaat uit strorijke vaste mest, champost, groencompost of dikke fractie van rundveemest wordt aangevoerd, mag deze norm met 10 kg fosfaat worden verhoogd (voor gangbare teelt met 5 kg);
  • Excretienormen van biologisch vee zijn aangepast voor geiten en schapen. De excretienormen voor geiten zijn behoorlijk verhoogd. Zie tabel.

Aardappel

Dankzij het succes van het aardappelconvenant is het areaal resistente rassen flink stijgend. Het lijstje robuuste rassen wordt ieder jaar langer. Bedenk wel dat niet alle rassen op dit lijstje een daadwerkelijke resistentie hebben. Met resistente rassen is mijns inziens de noodzaak niet verdwenen om alles in de teelt te richten op vroegheid. Hoewel later poten absoluut voordelen heeft (het gewas blijft langer vitaal, wat egalere sorting en vaak wat minder last van rhizoctonia), blijft phytophthora – ook bij resistente rassen – toch een groot risico. In de meeste jaren worden her en der wel resistenties doorbroken. Zeker in de extreme phytophthorajaren (bijv. 2012, 2014 en 2016) hebben we gezien dat resistenties soms in korte tijd onderuit kunnen gaan. Als dat vroeg gebeurt ontstaat er een lastig dilemma tussen opbrengst en een collectief belang om de phytophthoraresistentie in de benen te houden. Snelle loofdoding is dan van belang om de resistentie ook voor andere jaren te behouden. Bij forse druk van phytophthora is bovendien het risico op knolphytophthora,ook in resistente rassen groot. Focus dus op vroegheid door:

  1. Gebruik van gezond en goed pootgoed (grovere maten, beperkte aantasting van o.a. zilverschurft en rhizoctonia). Zorg dat het pootgoed droog blijft (dus bijv. niet te lang in een bigbag laten zitten). Het middel Serenade (toegestaan als veurbehandeling) kan positief bijdragen aan een gezonde weggroei;
  2. Vervroeg door goed voor te kiemen of geef de pootaardappelen kort voor planten een warmtestoot. Let erop dat voorkiemen niet voor elk ras gunstig is. Kiem Allians beter helemaal niet voor en bij Vitabella alleen als de kiemen tijd en voldoende lucht en licht krijgen om af te harden;
  3. Poot vroeg genoeg (vanaf eind maart) wanneer bodem- en buitentemperatuur goed is. Beperk tijdverlies door bemesting of bodembewerking.

Erfra voorkiemsysteem

Op de biobeurs was een nieuw voorkiemsysteem te vinden (zie foto onder) van Erfra. In eigen kisten wordt een reksysteem geplaatst waardoor in het midden van de kist een holle ruimte staat. Met dit systeem kan heel goedkoop en eenvoudig pootgoed worden opgeslaan op een manier dat er meer lucht en licht bij het pootgoed komt. Een rek + sjorband kost ongeveer € 85. Dan kan er ca 1000 kg pootgoed in een kist. Informatie bij erfravoorkiemsysteem@kpnmail.nl of 0651574116

Nog gras(klaver) scheuren?

Het najaar heeft weinig kans gegeven om grondbewerkingen te doen zoals gepland. Indien gras(klaver) nog gescheurd moet worden is het belangrijk om te weten dat grasland pas weer gescheurd mag worden vanaf 1 februari. Let ook op dat bemesting met stikstof pas is toegestaan als uit een vernietigingsmonster blijkt dat het volggewas het nodig heeft. Dit geldt voor zowel klei- als zandgrond wanneer na 1 febr gescheurd wordt. Op zand en löss moet bovendien het volggewas staan op de lijst “relatief stikstofbehoeftige gewassen”.

Horsch en Hatzenbichler eg

Naast APV en Agrifarm hebben nu ook Horsch en Hatzenbichler inmiddels een wiedeg met onafhankelijk verende tanden. Deze zullen zich in de praktijk nog moeten bewijzen. De aanvangsdruk van de veren is bij zowel Horsch, Hatzenbichler en Agrifarm vrij fors (500 gram).

Biologisch uitgangsmateriaal

Vanaf 1-1-2020 kan voor een aantal spruitkoolrassen geen ontheffing meer worden aangevraagd. Ook moet zaaizaad van zonnebloem (muv zonnebloem als snijbloem) en alexandrijnse klaver voortaan biologisch gecertificeerd zijn.

Teelt van granen

De interesse in graanteelt neemt iets toe. Sommige veehouders zoeken voer of biologisch stro. Soms om insleep van residuen te voorkomen. Het onderzoek op 9 biologische bedrijven in Gelderland speelt hierbij vaak een rol. In dit onderzoek werd er een verband gelegd tussen residuen uit stro en afname weidevogels. Op percelen die met de oogst kapot zijn gereden is graanteelt een prima manier om de structuur te verbeteren. Graan doet het vaak prima op zulke percelen. Ook zijn er bedrijven die veel last hebben van wortelduizendpoot of andere plagen die fors kunnen vermeerderen in grasklaver of luzerne. Door deze teelt (deels) in te ruilen voor graan kunnen bepaalde plagen voorkomen worden. In graan kunnen wortelonkruiden als distel wel fors vermeerderen. Zaadonkruid is meestal goed te bestrijden met een wiedeg. Bij percelen met een hogere onkruiddruk is zaaien op schoffelafstand mijns inziens altijd verstandiger. Vanaf nu is zomergraan een betere optie dan wintergraan. Hierbij een overzicht van de verschillende keuzes:

Een nieuwsbrief was weer een tijdje geleden… Aan inspiratie ontbreekt het niet maar door veel werk en een verbouwing bleef er weinig tijd over. Ik doe mijn best dit weer op te pakken.

Eén gedachte over “2020-01 Mestregelgeving, aardappel, granen e.d.”

Geef een reactie