EC, droogte en strategie
De droogte is nijpend en overal zijn de problemen goed zichtbaar. Minder goed zichtbaar en een sluipend probleem zijn hoge EC gehaltes. Op sommige plekken is de EC gestegen naar veel te hoge waardes. Vaak was de kwaliteit in het vroege voorjaar prima maar door massale beregening wordt het water soms met de week zouter. Soms ook op plekken waar je het niet verwacht. In delen van Flevoland is het water voor veel gewassen inmiddels ongeschikt. Vaak zijn er grote verschillen tussen verschillende watergangen of bronnen rondom het bedrijf. Feit is dat veel telers het niet weten: één meting in het verleden en of de buren wel beregenen zegt niets. Zorg daarom dat je zelf weet hoe hoog de EC’s gedurende het groeiseizoen zijn. Een EC meter is een kleine maar oh zo belangrijke investering. Wanneer de EC nu te hoog is dan dienen er stevige alarmbellen af te gaan. Te hoge zoutwaardes in de bodem hebben een grote invloed op kwaliteit en opbrengst. Misschien is eerder beregend met een (te) hoge EC en viel de schade mee: Dat is een slecht argument: een goede (natuurlijke) regenbui kan problemen in het verleden hebben “verbloemt of uitgewist”. Hoge EC’s nopen tot actie voor de toekomst. Overleg met het waterschap en met buren om te kijken of er verbeteringen mogelijk zijn. Wanneer de EC nu te hoog is kan beter ook kritisch naar de algehele strategie gekeken worden. Wanneer je niet (meer) onbeperkt kunt vertrouwen op zoet water is het verstandig véél meer te werken aan de conservering van bodemvocht: laat ik het maar even “goed Zeeuws boeren” noemen. Dat betekent bijvoorbeeld:

  • In het voorjaar niet dieper bewerken dan de zaai- of plantdiepte;
  • Poten en frezen van aardappels kort achter elkaar;
  • De bodem in het voorjaar tijdig bewerken;
  • Meer aandacht voor bodemstructuur: bodembewerking beperken, genoeg rustgewassen, rijpaden, maximaal groenbemesters inzetten;
  • Voorbewerken na ploegen op zware klei;
  • Niet kerende grondbewerking toepassen;
  • Eerder kansen benutten (o.a. zaaien/ zaaibedbereiding);
  • Opvang regenwater;
  • ….

Overigens: Maximale EC pompoen (voor bovenberegenen) ligt ergens rond EC 3 en voor suikermais (bovenberegenen) ergens rond EC 2. Bij deze zoutgehaltes is er wel sprake van opbrengstderving. Hangt sterk af van de hoeveelheid die beregend wordt en uiteraard ook de zoutbelasting uit meststoffen e.d.

 

Klaveropslag
In 2018 hadden we ook te maken met een lange en zeer droge periode. Een belangrijk les uit dat jaar is dat vooral witte klaver op sommige percelen behoorlijk zaad heeft gevormd. Witte (en ook rode) klaver kan een zeer lastig onkruid zijn. Er is op het moment vaak nagenoeg geen grasgroei (wegval 2e snede in feite). Gras en klavers zullen massaal in de bloei schieten. Het is prima wanneer klaver bloeit maar als de bloembladeren vallen en de zaadkoppen gaan afrijpen is het belangrijk te maaien.

 

Aardappel
Op veel percelen is de knolzetting volop bezig. Ook dit jaar is de meerwaarde van voorkiemen goed te zien: Voorgekiemd pootgoed heeft vrijwel altijd een betere start en nu minder last van de droogte.
Mechanische onkruidbestrijding is in een droge rug vrijwel onmogelijk. Het gaat vaak zeer ten koste van het rugvolume. Hierdoor is het risico op verminderde knolzetting en groene aardappels groot. Beregenen in de fase van knolzetting stimuleert de knolzetting (meer tal) en verminderd schurft. Knolzetting begint al snel na opkomst. Beregenen kan ook een manier zijn om een mechanische onkruidbestrijding mogelijk te maken. Doe niet meer aan mechanische onkruidbestrijding dan nodig en kies desnoods voor extra wieduren. Een goede vochtvoorziening is tevens belangrijk om voldoende loof te krijgen. De loofgroei zal op veel percelen tegenvallen. Dat pakt later negatief uit voor de opbrengst en de kwaliteit (doorwas, groen e.d.).

 

Peen en pastinaak
Ook het zaaien van peen of pastinaak kan heel lastig zijn: Veel ruggen zijn droog en het zaaibed is niet altijd optimaal. Voor Bpeen is het nog altijd vroeg. Met 130 groeidagen voor Nerac en Norway kun je prima tot half juni zaaien en zelfs nog later. Voor en ras als Romance is het sowieso beter om pas rondom de 1e week van juni te zaaien. Overrijpe peen is een oorzaak van veel kwaliteitsproblemen. Diverse adviezen:

  • Wanneer het zaaibed en/of zaaiomstandigheden niet optimaal zijn (o.a. drogend weer): Verhoog de zaaizaadhoeveelheid. Bijvoorbeeld 1,9 miljoen/ ha voor Bpeen ipv 1,7 miljoen (tot eind mei. Naarmate later in juni gezaaid wordt de zaaizaadhoeveelheid verlagen. Komende week lijkt gunstig om te zaaien (weinig wind, niet te drogend);
  • Zaai diep genoeg: fracties boven de 1,8mm kunnen bij schaars vocht of wanneer ze boven beregend moeten worden, vaak beter op 2,5 cm diepte worden gezaaid (echt grove fracties zelfs nog wat dieper). Op echt lichte grond is deze diepte niet nodig. Uiteraard brengt diep zaaien wel wat risico’s met zich mee. Deze risico’s zijn mijns inziens kleiner dan het risico op verdroging. Zaadfracties onder 1,8mm beter niet te diep zaaien, zaai die dan ook beter op lichtere percelen/ perceelsdelen. Zaad bij voorkeur goed aandrukken met een drukrol achter de zaaikouter;
  • Pastinaak in minder goede ruggen beter ook goed op diepte zaaien (ca 2,5 cm). Pastinaak heeft wat langer en meer vocht nodig dan peen. Dus pastinaak beter op de wat betere/ lichtere stukken;
    Wanneer de rug al flink is uitgedroogd kan beter om vóór zaai al worden beregend. Dan zaaien direct als het niet meer plakt. Vaak zal naberegenen nodig zijn;
  • Beregen in peen liever met een fijne druppel: kleine nozzle, veel druk, geen wind;
    Geprimed zaad: zaad mag niet droog vallen, extra aandacht voor beregening na zaai dus;
    Niet teveel in 1 keer willen zaaien: zorg bij slechte/ uitgedroogde ruggen dat er capaciteit is om 1 keer vóór zaai en 2 keer na zaai te beregenen;
  • Bij geringe twijfel: breek de korst preventief op een moment dat de korst nog makkelijk breekt. Beste met een korstenbreker/ wiel van een parallellogram, een wiedeg kan in peen eigenlijk niet;
    Let op de EC, is het te hoog: wachten op regen of (deels) water met een lagere EC aanvoeren.

Uien
In uien is het wel duidelijk dat de droogte een grote invloed gaat hebben op de opbrengst. Zaaiuien waren over het algemeen al laat en de ontwikkeling en groei valt de laatste weken erg tegen. En daarnaast: de bodemstructuur is vaak verre van optimaal. Zeker in zo’n jaar ontstaat er snel gewasschade door mechanische onkruidbestrijding. Beperk groeischade: percelen die niet barsten van het onkruid beter verder van de gewasrij blijven met schoffelen. Niet eggen indien niet strikt noodzakelijk.