Demonstratie frezen en cultivatoren

Aanstaande donderdag en vrijdag zijn er demonstraties gericht op “nieuwe“ frezen en “vlakke” cultivatoren. De frezen kunnen een groenbemester of zelfs een grasklaver of luzerne snel omzetten naar een schoon zaai- of plantbed. De cultivatoren kunnen met voldoende overlap van de messen ondiep goed afsnijden. De demo’s zijn donderdag 17 sept bij de SPNA in Munnekezijl en vrijdag 18 sept bij de Broekemahoeve in Lelystad. Op beide demo’s zijn er 3 starttijden: 12u, 14u en 16u. Opgave is noodzakelijk; er is een maximum van 25 personen per groep.

Getoond worden:

  • Struik-overtopfrees
  • Celli-overtopfrees
  • Celli-biofrees
  • Geohobel-spitfrees
  • EuM vibrocat-cultivator
  • Treffler TGA-cultivator
  • Lemken Karat met Koralin beitels
  • Messenwals van Evers

Foto: boven Celli biofrees (foto website Celli), onder Geohobel)

Opgave Munnekezijl: zie de Demo 17 sept 2020

Opgave Lelystad zie volgende link

Peen en pastinaak laatste fase

Hét argument om te wachten met rooien is uiteraard de groei. Gezonde peen kan nu makkelijk meer dan 700 kilo per dag groeien. Een paar weken groei scheelt dus al snel meer dan 10 ton peen; zeker als er nog beregend kan worden (in het zuiden is het nog erg droog). Meeldauw en alternaria vallen op sommige percelen tegen. Het valt wel op dat de meeste peen (ook later gezaaid) al vaak behoorlijk rijp is en dat terwijl het nog maar half september is. Peen overrijp laten worden is doorgaans niet gunstig voor de bewaarbaarheid. Overrijpheid heeft – naast slechte rooiomstandigheden – vorig jaar zeker een rol gespeeld in de slechte bewaarkwaliteit. Dit is een belangrijk argument om vanaf nu goede rooiomstandigheden toch niet meer onbenut te laten. Maar het blijft een lastige afweging tussen kwaliteit en opbrengst waarbij mijns inziens ook de risico’s van laat oogsten een belangrijke rol moeten spelen. Goede rooiomstandigheden zijn: Bodemtemperaturen van onder de 10°C, vochtige grond rondom de wortel en een droge bouwvoor. Of de grond rondom de peen voldoende vochtig is, is lastig in te schatten. In het beste geval blijft er vanzelf wat grond rondom de peen hangen. Zeker op lichte gronden of gronden met een zandfractie is het risico op grauw opkleuren na spoelen wel een groot risico. Ga op dergelijke percelen niet rooien bij twijfel over de vochttoestand. Of beregen bij twijfel. Een inslagtemperatuur van onder de 15°C is meestal geen probleem bij een moderne bewaring. Zorg dan wel dat de oogst goed georganiseerd is (o.a. koelcel vóór het rooien al goed op temperatuur,  wat grond in de kist, kisten direct naar de koeling, niet teveel kisten tegelijk in de cel zetten). Onder goede omstandigheden rooien is over het algemeen erg gunstig voor de bewaarbaarheid. Wanneer peen onder goede omstandigheden wordt gerooid is ook de bodemstructuur vaak verrassend goed voor de volgvrucht. Er kan dan nog een groenbemester worden gezaaid en mogelijk zelfs worden bemest. Als het overdag te warm wordt kan beter enkel in de ochtenduren gerooid worden. Een ander argument om het rooien niet te ver vooruit te schuiven is de risico’s op wortelvlieg en muizen/ wildvraat. De wortelvliegdruk is op het moment op diverse plaatsen hoog.

Scheuren gras(klaver)

Gras(klaver) mag op klei gescheurd worden tot 15 september en dan pas weer na 1 november. Een argument om vroeg te scheuren is problemen met emelten, ritnaalden en bijvoorbeeld wortelduizendpoot of springstaarten. De komende week biedt nog een mogelijk te scheuren. Door de gunstige voorspelling kan de zode wellicht voldoende goed gedood worden. Gras(klaver) is niet eenvoudig weg te krijgen. Meest effectief is frezen en goed afsnijden. Scheuren met een schijveneg valt meestal tegen, zeker wanneer de dagen kort worden.

Extra fosfaatruimte

Dit jaar is de fosfaatnorm voor percelen bouwland met een Pw hoger dan 55 verlaagd naar 40 kg fosfaat/ ha. Ook percelen die niet zijn bemonsterd vallen in deze categorie. Er is een mogelijkheid om voor deze percelen extra fosfaatruimte te krijgen. Voor gangbare is dit 5 kg fosfaat/ ha en voor biologische teelt 10 kg fosfaat/ ha. De voorwaarden voor de hogere fosfaatnorm is dat op deze percelen minimaal 20 kg fosfaat/ ha is gebruikt uit “organische stofrijke mest”. Hieronder vallen vaste mest van runderen, schapen, geiten of paarden, dikke fractie van rundveemest, champost en groencompost. Voor biologische percelen mag het ook vaste varkensmest zijn. De extra fosfaatruimte moet wel worden aangemeld. Dit kan via het formulier “extra organische mest” te vinden op mijn.rvo.nl (onder “registratie en melding doorgeven”). Bij de melding moeten de betreffende percelen worden doorgeven. De percelen moeten vóór 31 december zijn aangemeld.

Kool

De sluitkool staat er over het algemeen goed bij. De druk van trips en rups was dit jaar relatief laag en bespuitingen hebben over het algemeen goed gewerkt. In de laatste fase is het belangrijk de kool gezond tot een goede maat te krijgen. Belangrijk hierbij is voorkomen van wonden en besmetting. Om wonden te voorkomen is het effectief om de rupsendruk tot het einde van de teelt in de hand te houden. Beregen bij voorkeur in sluitkool niet. Door opspattende grond ontstaan er eerder problemen met schimmels op de kool. In de laatste fase is het soms nodig om bij te bemesten. Dat kan eigenlijk nauwelijks anders dan met vloeibare meststoffen. Zeker rode kool wil nog weleens barsten. Door het barsten ontstaan vaak snel botrytis en sclerotinia.  Start met oogst wanneer kolen gaan barsten of zodra de kolen in de maat zijn. Behandel het product voorzichtig en laat kolen die geschimmeld zijn ongemoeid.

Ook de laatste plantingen bloemkool en broccoli zijn niet altijd de eenvoudigste. Bij deze gewassen is beregenen in de laatste fase juist wel heel belangrijk. Het gewas moet aan de groei blijven. De rupsendruk is over het algemeen laag maar er is geen tolerantie mbt rupsen in het product. Rupsen zijn over het algemeen zeer goed te bestrijden met bacillus thuringiensis mits goed en tijdig gespoten. Let zeker bij de laatste plantingen ook op ziektes. In sommige plantingen zit wat alternaria.